Machinaal aangebrachte afwerkpleister voor een gelijkmatige en fijne viltstructuur
Toepassingsgebied
-
Als afwerkpleister op minerale ondergronden
-
op samengestelde systemen voor externe thermische isolatie voor kleine oppervlakken (bijv. dagkanten, flenzen)
Eigenschappen
-
Gemakkelijk en soepel om mee te werken
-
machine-compatibel
-
hoog rendement
-
Weer- en UV-bestendig
-
Waterafstotend
-
Zeer open voor waterdampdiffusie
-
Brandgedrag A1 - onbrandbaar
-
mineraal
Gevaar
H315 Veroorzaakt huidirritatie.
H318 Veroorzaakt ernstig oogletsel.
Ondergronds
Kalk-, kalkcement- of cementgebonden onderlagen of wapeningspleisters. Gipsplaten en gipsvezelplaten. Normaal beton.
VOB/C DIN 18350, Sectie 3, DIN EN 13914-1/13914-2 en de pleisternorm DIN 18550-1/18550-2 moeten in acht worden genomen bij de beoordeling van de pleisterondergrond.
De ondergrond moet droog, egaal, schoon, draagkrachtig en absorberend zijn, vrij van resten die de hechting verminderen, uitbloeiingen en sinterlagen.
- Voordat de afwerkpleister wordt aangebracht, moet de pleisterbasis gelijkmatig droog zijn. Er moet een minimale standtijd van 1 dag per laagdikte van 1 mm van de basislaag in acht worden genomen.
- Op kalk- en kalkcementpleister raden we aan een geschikte primer aan te brengen om het absorptiegedrag te standaardiseren.
- Gipsplaten moeten over het volledige oppervlak gegrond worden met AKURIT GTA Acrylat Tiefengrund. Na droging is een bijkomende laag AKURIT GQS Quarz-Sperrgrund noodzakelijk.
- Betonnen ondergronden en gips moeten voorbehandeld worden met AKURIT GMG Mineralgrund.
Verwerking
Niet aanbrengen en laten drogen / uitharden bij lucht-, materiaal- en ondergrondtemperaturen onder +5°C en met verwachte nachtvorst, evenals boven +30°C, direct zonlicht, sterk verhitte ondergronden en/of sterke windinwerking.
Mengen / Voorbereiding / Bereiding
Kan met de hand en met standaard pleistermachines worden aangebracht. Giet bij handmatig mengen eerst de in de technische gegevens aangegeven hoeveelheid water in een schone bak en strooi er droge mortel op. Gebruik schoon leidingwater.
Meng het materiaal homogeen en klontvrij met een geschikte roerstaaf, laat kort rijpen en roer opnieuw.
Niet mengen met andere producten en/of vreemde stoffen.
Voor machinale toepassing: Pas de watertoevoer aan tot een verwerkbare consistentie.
Reinig bij langere werkonderbrekingen de pleistermachine en mortelslangen.
Toepassen
Breng het materiaal over het hele oppervlak aan met een geschikt, roestvrij stuk gereedschap. Bij mechanisch aanbrengen een dunne laag materiaal opspuiten en verwijderen met een geschikt roestvrijstalen gereedschap. De laagdikte mag niet meer zijn dan 1,5 keer de korreldikte. Na voldoende statijd vervilten met een sponsschijf.
Verwerkbare tijd
Ongeveer 60 minuten bij 20°C en 65% relatieve vochtigheid. Reeds uitgeharde mortel mag niet worden verdund met extra water, gemengd en verder verwerkt.
Opbrengst / Verbruik
ca. 18 ltr natte mortel per zak van 25 kg
Korrelgrootte
|
ca. kg / m²
|
0,5 mm
|
1,8
|
0,8 mm
|
2,5
|
1,2 mm
|
2,9
|