Gepigmenteerde, veelzijdige, wateremulgeerbare epoxyhars en primer
Toepassingsgebied
-
Hechtbrug op oude epoxyharscoatings en niet-absorberende, minerale en keramische ondergronden
-
Primer voor minerale substraten in het WDD-systeem
Eigenschappen
Gepigmenteerde, tweecomponenten, wateremulgeerbare epoxyharsgrondverf met veelzijdige toepassingsmogelijkheden.
-
Uitstekende hechting op vele ondergronden
-
Waterdamp diffusibel
-
Vorst- en dooibestendig
-
Lage geur
-
Zijde mat
-
Bestand tegen verdunde zuren en logen
-
Olie, brandstof, stookoliebestendig
-
Passabel
Onderdeel A:
Gevaar
H318 Veroorzaakt ernstig oogletsel.
|
Onderdeel B:
Attentie
H315 Veroorzaakt huidirritatie.
H319 Veroorzaakt ernstige oogirritatie.
H317 Kan een allergische huidreactie veroorzaken.
H411 Giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen.
|
Tinten:
( Klik op het kleurveld voor een grotere weergave )

RAL7001 Zilvergrijs
|

RAL7012 Basaltgrijs
|

RAL7032 Kiezelgrijs
|

RAL7035 Lichtgrijs
|
OPMERKING:
Afwijkingen van de originele kleur zijn mogelijk door de technische weergave. Bovendien kunnen de kleurschakeringen van de producten per partij verschillen. Gebruik voor doorlopende oppervlakken materiaal van één productiedag.
Productvideo:
Substraat en substraatpreparaat
De ondergrond moet draagkrachtig, vormvast, solide, vrij van losse delen, stof, oliën, vetten, rubberslijtage en andere stoffen met een scheidend effect zijn. De oppervlaktetreksterkte van de ondergrond moet gemiddeld 1,5 N/mm² zijn, de druksterkte minstens 25 N/mm².
De ondergronden moeten voldoende gereageerd en belastbaar zijn:
- Beton max. 6 M-%
- Cementdekvloer max. 6 M-%
Bij anhydriet- en magnesietdekvloeren moet het binnendringen van vocht uit bouwelementen of grond worden uitgesloten.
Keramische bekledingen, oude coatings, egalisatiemiddelen en mastiekasfalt (AS IC 10) moeten worden gecontroleerd op hun bekledingsmogelijkheden; indien nodig moeten proefvlakken worden gelegd.
De ondergrond moet door geschikte maatregelen, bijv. shotpeening of diamantslijpen, voorbereid worden zodat deze aan de genoemde eisen voldoet. Uitgebroken en defecte plekken in de ondergrond vlak met het oppervlak opvullen met Remmers PCC Systeem of Remmers EP Mortels.
Toepassing
Voorbereiding:
De verharder (component B) wordt volledig toegevoegd aan de basiscompound (component A), vervolgens wordt de compound grondig gemengd met een elektrische roerder met lage snelheid (ongeveer 300 - 400 tpm), overgebracht in een andere container en opnieuw grondig gemengd.
Het afgewerkte mengsel wordt onmiddellijk na het prepareren op het geprepareerde oppervlak aangebracht en met geschikte middelen uitgesmeerd.
Epoxy BS 2000 New wordt meestal op het voorbereide oppervlak verspreid met een rubberen rakel en in de ondergrond gewerkt met de epoxieroller en vervolgens uitgerold. Voor sterk zuigende ondergronden kan tot 10% water worden toegevoegd aan de Epoxy BS 2000 New.
Opmerkingen
Wachttijden:
De wachttijden tussen de lagen moeten minimaal 12 uur bij 20°C en maximaal 48 uur zijn. Voor langere wachttijden moet het oppervlak van de vorige laag geschuurd en opnieuw gegrond worden.
De aangegeven periode wordt verkort bij hogere temperaturen en verlengd bij lagere temperaturen. Tijdens de droogfase is het belangrijk om voor een goede ventilatie te zorgen zodat het verdampte water kan worden afgevoerd. Ongelijke applicatiemethoden en onvoldoende ventilatie kunnen leiden tot verschillen in glansgraad.
Verwerkingstemperatuur:
Materiaal-, lucht- en ondergrondtemperatuur min. 8 °C, max. 30 °C. De relatieve vochtigheid mag niet hoger zijn dan 80 %. De ondergrondtemperatuur moet ten minste 3 °C boven de dauwpunttemperatuur liggen.
Droogtijd:
Bij 20°C en 60% relatieve luchtvochtigheid. Beloopbaar na 1 dag, mechanisch belastbaar na 3 dagen, volledig belastbaar na 7 dagen. Navenant langer bij lage temperaturen.
Alle bovenstaande waarden en verbruiken zijn bepaald onder laboratoriumomstandigheden (20°C) met standaard kleurschakeringen. Bij verwerking op locatie kunnen licht afwijkende waarden optreden.
Abrasieve mechanische belastingen leiden tot slijtageplekken in het coatingoppervlak.
Om productietechnische redenen kunnen er kleine kleurverschillen optreden tussen afzonderlijke batches. Voor doorlopende oppervlakken mogen alleen materialen met één chargenummer worden gebruikt.
Epoxyharsen zijn over het algemeen niet kleurstabiel onder UV- en weersinvloeden.
Verdere informatie over toepassing, systeemopbouw en onderhoud van de genoemde producten is te vinden in de actuele Technische Informatie Bladen en Remmers Systeemadviezen.
Verbruik
-
Mengverhouding: 85 : 15 gewichtsdelen (gekleurd)
-
afhankelijk van de ondergrond ca. 0,15 -0,20 kg/m²
-
als hechtbrug op niet-absorberende ondergronden: ca. 0,15 kg/m².
-
als primer op minerale ondergronden: ca. 0,20 - 0,30 kg/m²