Oplosmiddelvrij epoxyhars bindmiddel en primerhars
Toepassingsgebied
- Als porieafdichting voor epoxy-dekvloeren
- Als een poriënvullende primer
Eigenschappen
Transparante 2-componenten epoxyhars op basis van bisfenol A
-
Thixotroop
-
Mechanisch belastbaar
-
Weekmakervrij
-
Nonyl- en alkylfenolvrij
Onderdeel A:
Attentie
H315 Veroorzaakt huidirritatie.
H319 Veroorzaakt ernstige oogirritatie.
H317 Kan een allergische huidreactie veroorzaken.
H411 Giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen.
|
Onderdeel B:
Gevaar
H332 Schadelijk bij inademing.
H314 Veroorzaakt ernstige brandwonden en oogletsel.
H317 Kan een allergische huidreactie veroorzaken.
H412 Schadelijk voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen.
|
Substraten
De ondergrond moet draagkrachtig, vormvast, solide, vrij van losse delen, stof, oliën, vetten, rubberslijtage en andere stoffen met een scheidend effect zijn. De oppervlaktetreksterkte van de ondergrond moet gemiddeld 1,5 N/mm2 zijn, de druksterkte minstens 25 N/mm².
De substraten moeten hun evenwichtsvochtgehalte bereikt hebben en moeten ook beschermd worden tegen de effecten van vocht aan de achterkant tijdens het gebruik.
-
Beton max. 4 M-%
-
Cementdekvloer max. 4 M-%
-
Anhydriet dekvloer max. 0,3 M-%
-
Magnesiet dekvloer 2 - 4 M-%
Bij anhydriet- en magnesietdekvloeren moet het binnendringen van vocht uit bouwelementen of grond absoluut worden uitgesloten.
Substraatvoorbereiding:
De ondergrond moet door geschikte maatregelen, bijv. shotpeening of diamantslijpen, voorbereid worden zodat deze aan de genoemde eisen voldoet.
Uitgebroken en defecte plekken in de ondergrond vlak met het oppervlak opvullen met Remmers PCC Systeem of Remmers EP Mortels.
Verwerking
Voorbereiding:
De verharder (component B) wordt volledig toegevoegd aan de basiscompound (component A), vervolgens wordt de compound grondig gemengd met een langzaam draaiende elektrische roerder (ongeveer 300 - 400 tpm), overgebracht in een andere container en opnieuw grondig gemengd.
Mengverhouding: 75:25 gewichtsdelen
Aanbrengmethode:
Afhankelijk van de toepassing, met rubberen glijder, epoxyroller of PUR-roller.
Wachttijden:
De wachttijd tussen de lagen moet minstens 12 uur zijn en maximaal 2 dagen bij 20 °C.
Voor wachttijden van meer dan 48 uur moet het oppervlak van de vorige stap worden bestrooid met vuurgedroogd kwartszand. De aangegeven periode wordt verkort bij hogere temperaturen en verlengd bij lagere temperaturen.
Verwerkingstemperatuur:
Materiaal-, circulatielucht- en substraattemperatuur min. 8 °C, max. 30 °C. De relatieve vochtigheid mag niet hoger zijn dan 80 %. De temperatuur van de ondergrond moet minstens 3 °C boven de dauwpunttemperatuur liggen.
Droogtijd:
Bij 20 °C en 60 % relatieve luchtvochtigheid: Beloopbaar na 1 dag, mechanisch belastbaar na 3 dagen, volledig belastbaar na 7 dagen. Bij lage temperaturen overeenkomstig langer.
Bescherm het aangebrachte materiaal tegen vocht tijdens het uithardingsproces (ca. 24 uur bij 20 °C), anders kunnen oppervlaktedefecten en verminderde hechting optreden.
Toepassingsvoorbeeld
Primer/porositeitsafdichting:
Het harsmengsel wordt royaal op het oppervlak aangebracht. Smeer uit met geschikte middelen, bv. een rubberen rakel, zodat de poriën van de ondergrond in het oppervlak volledig gevuld zijn. Rol vervolgens opnieuw met een epoxyroller of PUR-roller.
Verbruik afhankelijk van ondergrond en toepassing ca. 0,20 - 0,50 kg/m².
Opmerkingen
Alle bovenstaande waarden en verbruiken zijn bepaald onder laboratoriumomstandigheden (20 °C) met standaardtinten. Bij verwerking op locatie kunnen licht afwijkende waarden optreden.
Abrasieve mechanische belastingen leiden tot slijtageplekken.
Voor doorlopende oppervlakken mogen alleen materialen met hetzelfde chargenummer worden gebruikt, aangezien er kleine verschillen in kleur, glans en textuur kunnen optreden.
Door het verschillende absorptievermogen van minerale ondergronden zien geïmpregneerde oppervlakken er vlekkerig uit. Epoxyharsen zijn over het algemeen niet kleurstabiel onder UV- en weersinvloeden.
Er moet altijdeen grondlaag worden aangebracht om de poriën te vullen! Hiervoor kan een tweede grondlaag of een verhoging van de aanbrengsnelheid nodig zijn.
Voor latere minerale systemen is een kwartszandstrooier nodig.
Meer informatie over toepassing, systeemopbouw en onderhoud van de genoemde producten vindt u in de actuele technische informatiebladen en de systeemaanbevelingen van Remmers.
Verbruik
- Afhankelijk van de toepassing tussen 0,2- 0,5 kg/m²