Injectiecrème voor de daaropvolgende horizontale afdichting van metselwerk
Toepassingsgebied
Voor het aansluitend afdichten van metselwerk tegen optrekkend vocht met behulp van de niet-drukgestuurde boorgatinjectiemethode met een vochtindringingsgraad van het metselwerk tot 95%. Geschikt voor alle gangbare soorten metselwerk.
Eigenschappen
-
klaar voor gebruik
-
Speciaal ook voor hol metselwerk, geen ongecontroleerde afvoer
-
eenvoudig & veilig te gebruiken
-
Verwerking met handbediende drukspuit of bijvoorbeeld Gloria-spuit
-
Zelfs bij een hoge mate van vochtindringing tot 95%.
-
Waterige crème dringt door in de fijnste haarvaten
-
vormt geen schadelijke zouten
Substraatvoorbereiding
Oude, brokkelige en slecht hechtende pleisters en verven moeten worden verwijderd tot op de dragende ondergrond. Schraap metselwerkvoegen uit tot een diepte van ca. 2 cm en reinig het oppervlak mechanisch.
Vervang of vul beschadigd metselwerk aan. De voorbereiding van de ondergrond wordt minstens 0,8 m verder uitgevoerd dan de vochtschade optreedt.
Bij het integreren van binnenmuren of gewelfde plafonds wordt de ondergrond minstens 1 m verder voorbereid, gemeten vanaf de buitenmuur.
Boor gaten met een diameter van ongeveer 16 mm op een afstand van ongeveer 8 tot 12 cm, bij voorkeur horizontaal, in de draagvoeg. De boordiepte komt overeen met de muurdikte min 5 cm. Als de boorgaten naderhand weer volledig moeten worden gedicht, boort u tot een hellingshoek van 45° in de metselvoeg of het metselblok. Het boorgat moet tot ca. 5 cm aan de buitenkant van de muur reiken.
Als de vochtindringingsgraad hoog is (>75%), raden we aan om in twee rijen te boren, verspringend. Blaas de boorgaten uit met olievrije perslucht. Overschrijd een hoogteverschil van 8 cm niet bij het boren in twee rijen.
Verwerking
Injectiemethode:
Injecteerweber.tec 946 buisvormige zak in de voorbereide weber.sys handbediende drukspuit nr. 3 inzetten. Adapter stevig op de schroefdraad van het mondstuk. Duw de injectieslang stevig op de adapteras. ( Bij elke buiszak wordt een injectieslang geleverd).
Als alternatief kan verwerking met geschikte transporttechnologie, bijv. Gloria spuit met injectielans. Het injecteren gebeurt zonder druk, te beginnen met de onderste rij gaten. De boorgaten moeten van achteren naar voren volledig gevuld worden met injectiecrème.
Nadat het injectiemateriaal volledig is geabsorbeerd, worden de boorgaten gevuld met weber.tec 942 opvulling of met weber.tec 933 om te enten.
Opmerkingen
Het drogen van de muren boven de injectiezone tot aan de evenwichtsvochtigheid kan alleen worden uitgevoerd als er geen dichte wandbekleding is (verwijder pleisters en verf) en er voldoende droogomstandigheden in de behandelde ruimten zijn. Eventueel moeten aanvullende maatregelen worden genomen.
Er moet voor worden gezorgd dat ten minste één dragende voeg wordt doorboord. Voor metaaldiktes van meer dan 60 cm raden we drukinjectie aan met weber.tec 940E.
Boor gaten aan beide zijden op de hoeken van de muur. Afhankelijk van de omvang van de schade moeten flankerende maatregelen worden gebruikt, zoals een aansluitende buiten- of binnenafdichting of restauratiepleistersystemen.
De instructies van de WTA folder "4-4-04 Metselwerk injecteren" moeten in acht worden genomen.
Niet mengen met andere bouwmaterialen.
De toepassingstip "Eenvoudig en veilig renoveren van vochtig metselwerk" moet in acht worden genomen.
Niet geschikt voor cellenbeton. In het geval van zichtbaar metselwerk moeten vooraf proefvlakken worden gelegd vanwege het risico op verkleuring.
Neem het volgende in acht bij het gebruik van de drukspuit:
-
weber.tec 946 kan worden toegepast met in de handel verkrijgbare drukspuiten waarbij het gevulde materiaal wordt afgevoerd via een aansluiting aan de onderkant van de spuit.
-
Verwijder bij gebogen spuitlansen de bocht inclusief de schroefdraad van de spuitdop.
Verbruik / Opbrengst
Wanddikte in cm
|
24
|
36
|
48
|
Verbruik bij benadering in ml/m
|
360
|
540
|
720
|
Opbrengst per buiszak van 600 ml in m
|
ca.1.6
|
ca.1.1
|
ca.0.8
|
Het verbruik kan variëren afhankelijk van de muurstructuur, vides en structurele dichtheid.